Festival of Wijnfestijn
Verslag van een lange dag in Eindhoven
3.350 woorden
4 augustus 2018
Het leven is goed in het Brabantse land.
Het liedje blijft door mijn hoofd gaan, terwijl we met een veel te grote wagen naar Eindhoven rijden, de stad met een leuk filmfestival, een schitterend lichtfestival, en naar nu blijkt dus ook een wijnfestival. Daar moesten we natuurlijk met De Smaakimporteur naar toe.
In zo’n grote wagen past veel wijn, maar die is al eerder naar de plaats van bestemming gestuurd, dus we glijden kalm over het asfalt op een warme zondag in juli.
Op het plein voor het Ketelhuis, alweer zo’n mooi gebouw dat ooit van Philips is geweest, stond alles al ingericht om er een prettige dag van te maken. Nog geen tien passen verder lag een grasveld, waar de hele dag door mensen in alle rust verpoosden, alleen of met zijn tweeën, met hier en daar een groepje.
Het was goed toeven hier, dat werd meteen al duidelijk.
Er is iets in Eindhoven dat opvalt, al blijft het ongrijpbaar: een gemoedelijkheid die echt grenst aan aardig zijn, en in ieder geval vriendelijkheid overstijgt, waar we gewend zijn dat we onze handen mogen dichtknijpen als we beleefdheid mogen tegenkomen.
Smaakimporteur Kees wist dat wel, want die kende niet alleen de uitbaters van Het Ketelhuis al, in een ver verleden had hij ook in Eindhoven gewoond.
Toch was hij gevallen voor de lokroep van de hoofdstad. Na dertig jaar in de Jordaan verbleven te hebben, vroeg ik me verbaasd af of ik niet de tegenovergestelde weg wilde gaan.
De herinneringen aan een handvol eerdere bezoeken aan de stad stuurden de gedachte ook al die richting op.
Eigenaar Joep had de wijnen die hij zelf importeert al uitgestald staan, de Smaakimporteur mocht pal naast hem uitpakken.
De vooruit gezonden wijnen stonden in de koelcel, iets verder konden we gewoon die steekwagen wel even lenen, maar hadden we al een bakske koffie gehad ?
Ondertussen zag bedrijfsleider Veerle alles, was overal aanwezig, zonder dwingend te zijn, zonder op te vallen, en het meeste loste ze met een glimlach op. Het deed denken aan de onzichtbare maar vliegensvlugge wijze waarop een diner ooit verliep bij Troisgros, het restaurant in Roanne dat al meer dan dertig jaar drie Michelinsterren voert.
-“Gisteren waren er meer dan tweeduizend man, maar dat was dan ook het Bierfestival.”
Joep grijnsde alweer. Zijn vrouw kwam even langs met hun baby op de arm. De kleine sliep als een blok, veilig in de armen van mama en met oorkleppen op. Zorgeloos.
Het leven is goed in het Brabantse land. Dat lied ontbrak er echt nog aan. En een koelkast, want we maakten ons wel wat zorgen over de hoge temperatuur en het kwalijke effect dat het kon hebben op de natuurwijnen die we aan te bieden hadden.
Maar ook een koelkast stond zonder een rimpeling te veroorzaken opeens achter ons, er waren genoeg stroompunten aangelegd, alles was perfect geregeld, alsof het allemaal zonder moeite ging.
Beter kan een organisatie het niet doen.
-“Hebben jullie al wat gegeten ?”
We hadden een perfect uitzicht op de koks, die aan een immense barbecue stonden te roosteren en te bakken.
“Nou... Ik zag op de invitatie dat jullie een hotdog met kimchi hebben...”
-“De kimchi is gisteren schoon op gegaan. Maar er is nog van alles verder hoor.”
Dat is toch ook leuk nieuws, dat na het verwonderen over de Zuid-Koreaanse economie, de K-pop en de geweldige films nu ook de Koreaanse keuken eindelijk breed omarmd gaat worden.
Misschien volgend jaar naast de beroemde gefermenteerde kool (dat klinkt net zo lekker als zuurkool, waarmee het overeenkomsten bezit) ook bibimbap, japchae of, als we het dan toch over barbecue hebben: bulgogi ?
Het water loopt me al in de mond.
Toch is het wel jammer dat de kimchi op is, en niet alleen omdat het zo zalig is.
Het zou ook weer een leuke test geweest zijn om te ondervinden welke wijn wel, en welke niet goed samengaan met de ingelegde Chinese kool, waar knoflook en gember met het pittige maar smaakvolle rode peperpoeder uit Korea (gochugaru) de smaakmakers zijn.
We kunnen wel alvast verklappen dat een wijn goed in haar zuren moet staan om samen te kunnen gaan met kimchi.
De verschillende Chablis van Lavantureux hebben we vandaag niet meegenomen, maar de Champ Divin uit de Jura wel, en die is beendroog met Chardonnay en de lokale druif Savagnin. Die zou goed samen zijn gegaan met de oosterse lekkernij. De fruitexplosies van Breton uit de Beaujolais, een van de vijf tovenaars die de wereld hebben verrijkt met het herintroduceren van het zwavelloos wijnmaken, wat de smaak zeer ten goede komt (iedereen denkt dat het meest kwalijke van zwavel is dat we er zo’n pijn van in ons hoofd krijgen, maar nóg kwalijker is dat zwavel karakter en ruggengraat van de wijn aantast) zouden juist wel eens moeite kunnen hebben met de uitgesproken smaakmakers van kimchi. Het kleine pepertje dat een goede Pinot Noir zou moeten hebben, zit in dit geval al snel wat in de weg.
Met de Matelote rosé van Bandol-domein Dupuy de Lôme is een combinatie weer wel goed voor te stellen.
De Smaakimporteur heeft vandaag slechts zes wijnen meegenomen. Lekker (en) overzichtelijk.
Naast de verrukkelijke maar wat strenge Champ Divin staat een witte wijn uit het zuiden, de Paradoxe van Mas Neuf uit de Costières de Nîmes, met lekker veel roussanne, een groteslokken-wijn, en dat is helemaal niet vervelend op een dag waar het nog erg lang boven de dertig graden zou blijven.
Nummer vijf en zes van het assortiment vandaag zijn rood en totaal verschillend van elkaar. Ook al.
Domaine de Montbenoit ligt in de Coteaux de Giennois, en dat betekent dat het dus net nergens bij hoort. De appellation ligt tussen de Bourgogne en Sancerre, aan de Loire maar dan eigenlijk aan de verkeerde kant. Ooit heb ik met Helmer Otterman eens in een speurtocht van een week álle wijnen die alle Giennois-boeren maakten geproefd. Waaruit bleek dat de meesten inderdaad niet goed wisten welke richting ze op wilden. Dat onderzoek, waar we wel een heerlijke witte raaf vonden, is veel te lang geleden om nog opgeld te kunnen doen.
Maar feit is wel dat het een moeilijk gebied blijft. Met Pinot Noir en Gamay in de fles mag ook de hardnekkigste muurbloem zich op een gegeven moment wel geven. Tja.
De laatste wijn is enkel in magnum meegenomen en geeft zich aan de drinker met een onstuimigheid die doet glimlachen. Want de ‘Serial Drinker’ van het domein Les Mains Rouges is een echte Chinon, gemaakt van honderd procent Cabernet Franc, waar we te vaak een hint van tabak en vooral van groen kreupelhout in vinden. Maar ditmaal niet, helemaal niet zelfs. Een ‘vin bleu’ (1) ook, wijn die tanden kleurt en blossen op de wangen brengt.
Zes totaal verschillende wijnen.
En het wordt geen proeverij vandaag, het is een festival. Nou heet tegenwoordig alles zo, maar hier gaan mensen met muntjes betalen, al kunnen ze voor twee muntjes ook alle zes de wijnen proeven. We worden dan geacht de glazen minder vol te schenken. Hm.
Dat zal misschien nog wel lukken, maar die muntjes ! Er zijn ook halve, en met onze zes wijnen hebben we maar liefst vier verschillende prijzen, en ik doe normaliter enkel proeverijen.
Laten we de dag dan maar beginnen met het vervaardigen van een aantal spiekbriefjes, die we overal opplakken. Dat gaat nog wat worden.
-“Geen zorg”, bast Smaakimporteur Kees die voor aanvang van een evenement altijd wat zenuwachtig is: “Er komt toch niemand voor onze wijn. We zijn te duur.”
Het is inderdaad stil, en niet alleen bij ons.
Eindhoven moet duidelijk nog even het bierfestival van gisteren er uit slapen. De DJ probeert de stemming er al vast in te brengen door een country schlager te laten schallen. Dat gaan we niet menen zeker, maar ook het volgende nummer doet aan cowboyhoeden denken.
Ik ben subiet genegen het pessimisme van Kees te delen, want ja, je kan de Amsterdammer wel uit zijn stad halen, maar het gemekker neemt hij natuurlijk ‘gewoon’ met zich mee. Tobbend over muntjes en de prijslijst, neemt een Fado het plein over. Voor de rest van de dag valt de muziek niet op, en dansen sommige bezoekers er wel op, dus zal dat verder zonder meer goed zijn geweest.
De pogingen onze prijslijst in het hoofd te stampen worden gelukkig onderbroken door de jonge Beaujolais-boer Louis-Damien Bouchacourt, die aan de andere kant van Joep zijn plekkie gevonden heeft, en even komt buurten. Hij vindt het geweldig dat een van de zes wijnen die De Smaakimporteur heeft meegenomen van Guy Breton, oftewel P’tit Max is.
“Natuurlijk ken ik die. Een instituut, een van de allergrootsten.”
We vertellen hem van de tocht die we in 2010 langs veertien wijnboeren kris kras door Frankrijk hadden gemaakt. Elke boer klaagde over atypische wijn, want het was verleden jaar wel heel erg warm geweest. Als laatste kwamen we bij Guy aan, en die zij er niets over. En we proefden ook geen verschil met zijn andere jaargangen. Had hij er dan helemaal geen last van gehad ?
“Waarvan ?”
Nou, die hitte die je wijn atypisch maakt.
“Eh, nee, nee, waarom zou ik ?”
Zonder een spoortje van arrogantie, wel met verwondering in zijn ogen, dronk hij zijn glas leeg.
Al gauw kwam het gesprek op het weer, en de veranderingen. Louis-Damien knikte.
“Van onze opa’s en hun vrienden die ander fruit teelden, hebben we geleerd dat ‘te’ niet erg is, zo lang het niet te lang aanhoudt. Behalve hagel, dat is altijd en voor iedereen een ramp.”
- “En storm ? Het waait steeds harder.”
Bouchacourt haalde zijn schouders op.
“Laat het gaan.”
Niet ingrijpen, tenzij het echt niet anders kan. De wijnboer is geen dogmaticus die zijn oogst opoffert aan principes.
En met het zoveel mogelijk overlaten aan de natuur, is gebleken dat de wijnboer de lekkerste wijnen maakt.
- “In Nederland zijn een aantal wijnboeren aan het irrigeren geslagen. Echt waar.”
“Ik weet dat er hier ook wijn gemaakt wordt, het klimaat om dat verantwoord te kunnen doen, kruipt steeds verder op naar het noorden”, weet hij zijn eerste schrik te camoufleren: “Het gaat straks echt heet worden, weken lang, en dan moeten we niet naar de bodem kijken, maar naar de bladeren. Die hebben we nodig voor als de druiven volgroeid maar nog niet rijp zijn. Zonder blad wordt het te heet en oogsten we krenten.”
- “Dat wordt pas atypisch. Allemaal vendange tardive (2)!”
“Maar in de meeste appellations mogen we niet sproeien, terwijl, als de bladeren gaan verschrompelen als we ze niet een beetje gaan helpen, en dus zullen ze geen bescherming meer kunnen bieden, waardoor niet alleen het volume van de oogst, maar ook de kwaliteit drastisch achteruit zal gaan.”
- “Hoe streng wordt er gecontroleerd ?”
“Och...”, haalt Bouchacourt zijn schouders weer op.
Waar Louis-Damien zich met het weer wel raad weet met het laissez-faire, ligt jeugdige druistigheid een beetje dwars bij zijn vinifiëren.
Zijn witte druiven, wat een bijzonderheid is in de Beaujolais, laat hij maar liefst zes dagen inweken op de schillen, en daarna gaat het twee jaar lang op oude houten vaten.
Ook met zijn rood is hij er teveel mee bezig. De potentie is er in het glas, maar het is allemaal te gemaakt. Niet charmant, en helaas ook net niet lekker.
Laat het gaan ! Dan komt het goed. We gaan er van uit dat het in de toekomst wel goed gaat komen.
“Nachtvorst in het begin van het jaar wordt wel steeds spannender. De winters worden zachter, de knoppen staan soms al in januari op de stokken, en dan is elke nachtvorst in maart en april, en zo nu en dan zelfs al in februari, een catastrofe. Elke stukgevroren knop wordt geen twijg meer, waaraan dus ook geen druiventrossen meer aan komen te hangen.”
-“Onze vrienden in de Chablis vertelden dat er gewaakt wordt ’s nachts. Zodat ze de vuurpotten op tijd aan kunnen steken als het te koud wordt. Of ze gaan sproeien.”
“Om de knoppen te beschermen met water. Heb je dat wel eens gezien ? Zou je echt eens moeten doen, dat is zo mooi. Heel precies werkje: je maakt de knop nat, en blijft er water over nevelen, zodat dat water aan de buitenkant wel bevriest, maar binnenin nog niet. Zo bouw je als het ware een aantal laagjes van ijs op, en is de knop beschermd.”
- “Het ziet er prachtig uit, ik heb wel eens filmpjes gezien.”
“Machtig mooi. Er is trouwens een gevaar: als het kouder dan minus zeven wordt, werkt het niet meer. Dan bevriest alles, ook het water in de kern dat je zo nauwkeurig hebt beschermd.”
- “En gaat alsnog alles stuk.”
“De berichten van wijnboeren die meer dan driekwart van hun potentiële oogst in maart hebben verloren, komen uit heel Frankrijk.”
We nemen allemaal een slok Champ Divin, dat werkt als een opkikker.
Even later zegt Kees dat hij wijnboeren die hij importeert heeft horen vertellen over een spray die voorkomt dat de wijnstokken gaan rotten bij aanhoudende regen.
Meteen gaan mijn alarmbellen rinkelen, want bij de meer dan dertig stages die ik door het vegetatiejaar heen bij Franse wijnboeren heb mogen ondergaan, is een produit maar al te vaak een eufemisme gebleken voor een zwaar chemisch goedje.
“Nee nee, het is een natuurproduct.”
- “Ik zou het graag een keertje willen zien. Of niet, eigenlijk, de wijnboer heeft het al moeilijk genoeg. En ik maar denken dat we ooit met de klimaatverandering misschien wel drie oogsten per twee seizoenen zouden kunnen gaan krijgen. Hoe naïef kan je zijn.”
“Dat is jouw ontembare optimisme.”
-“Hm. Eigenlijk is het gewoon dom. Pijnlijk, wel.”
“De volumes worden elk oogst alleen maar minder. En daardoor de prijzen elk jaar hoger...”
Ondertussen staan we tussen neus en lippen door wel degelijk wijn te schenken, wordt het langzaam aan echt gezellig, verspreiden de koks zalige geuren over het plein, en hoop ik maar dat er niet teveel foutjes gemaakt worden met de muntjes.
Heel veel anders dan met een proeverij gaat het trouwens niet in zijn werk. De meeste bezoekers zijn nieuwsgierig naar de verschillende wijnen, horen graag wat over de achtergronden, en proeven zich een weg naar hun favoriet.
Mooi is het om te zien hoe een oudere heer de hele middag blijft terugkomen met twee, telkens weer droge, glazen, eentje voor zijn vrouw die enkel de Matelote rosé drinkt, waar de man zelf niets dan de ‘Serial Drinker’ in zijn glas wil hebben.
Nou, dat is dan anderhalf, of ... eh, jeetje, en tweeëneenhalf muntje, of toch, eh..., jawel, en dat de hele dag door.
Waar we wel verwacht hadden dat de Chinon een favoriet onder de heren zou worden, blijken wel degelijk ook vele dartele dames gecharmeerd van deze wijn. Een verrassing, maar aan de andere kant: als iets zo goed en zó lekker is, dan lust iedereen er wel een glaasje van. De tijden dat wit voor de vrouw en rood voor de man bestemd zou zijn, licht contra stoer, zijn gelukkig voorbij. Gewoon drinken wat we zelf lekker vinden ! Het schiet me te binnen dat een aantal maanden terug op een proeverij de donkerrode Cornas ook al een favoriet van velen werd, zowel bij dames en heren. Le vin bleu is voor iedereen !
Aan het einde van de middag komen mensen speciaal nog even langs om ons te bedanken, en dan is er nog het moment dat we niet snel meer gaan vergeten.
Een jonge twintiger, met nu al een goede kop al was hij nog wat schuchter, straalde samen met zijn vriendin op het plein. Dat kwam heus niet alleen doordat ze telkens weer Guy Breton in het glas hadden, maar dat hielp natuurlijk wel. Leuk en fris kwamen ze weer terug, het meisje iets achter haar vriend. Na een momentje kwam het hoge woord er uit: of ze een hele fles mochten kopen, want dit was wel zó lekker !
Kees en ik keken elkaar aan.
“Tja, dat is geloof ik niet de bedoeling op dit festival. Wil je het hier opdrinken dan ?”
“Nee hoor, we willen de fles graag meenemen, voor vanavond.”
Ik was allang om, maar Kees zat op iets te kniezen. Ik trok mijn wenkbrauwen op.
“Nou ja, kijk, dat moet dan met die muntjes. We kunnen hier echt niet onder de tafel gaan verkopen. Dus hoeveel muntjes per glas en hoeveel glazen in een fles...”
De jongen graaide in zijn zakken en legde al zijn muntjes op de bar.
- “Ik denk zoveel ongeveer, Kees”, wees ik naar de toonbank.
Kees bromde nog heel even, maar natuurlijk waren we allebei allang gesmolten. Hij knikte.
“Echt waar ? Ik kan er nog wel een paar bij gaan halen, hoor.”
“Het is goed zo.”
-“Maar dan moet je er wel een prachtige avond van maken !”
Om te proeven of daar kans van slagen op was, namen we zelf ook een glas Bojo.
Het was nog vroeg in de avond toen we gingen inpakken. Kees gaf de muntjes terug aan Veerle, waarna de helft van de opbrengst logischerwijs naar de organisatie ging. De overgebleven flessen gingen terug de koelcel in.
Op het terras aan het gebouw stalden we onze aangebroken flessen op een tafeltje uit, aten alle gerechten die we nog niet gehad hadden die dag - en wat wordt er grandioos gekookt bij Het Ketelhuis ! - en kregen we gelukkig hulp bij het ledigen van al de staartjes wijn.
Er werd over van alles gesproken, niet alleen over wijn en het wereldkampioenschap voetbal, maar ook over schrijven en werken, vormgeven, ook film gelukkig, en over het fenomeen ‘favorite bad feeling’, waarbij Kees van de hoed en de rand wist.
“Je hebt van die dagen, dan gaat het gewoon niet zo lekker. Heb je zorgen, stress, ben je ongelukkig. Ga dan niet zitten wroeten in wat je toch al boven je pet gaat, en je nog dieper in de put werken. Kies een van de dingen waar je niet dol op bent, maar wat je wel goed onder controle kan houden. Iedereen heeft wel wat, dus dat moet niet al te moeilijk zijn om te vinden. Grijp dat gevoel in zijn kladden en laat dat wat boven je uit torent voor wat het is. Dan voel je je echt een heel stuk beter. En het werkt hoor, echt waar. Je moet het even onder de knie krijgen, maar dan heb je ook wat.”
-“Maar wat dan ?”
“Nou, stel je hebt stress omdat je een eind moet rijden, en aan het einde van de rit wacht een lastig gesprek, of zo. Daar kan je jezelf helemaal in een knoop draaien, maar je kan ook overschakelen naar een ergernis die wel schrijnt, maar bijna lekker is. Bijvoorbeeld blaffende honden buiten, terwijl jij net op je gemakkie zit bij te komen. Of medeweggebruikers die niet, of wat jou betreft te laat, hun richtingaanwijzer gebruiken. Of te kort. Zoiets. Iets waar je je lékker aan kan ergeren. En de paniek of de depressie negeren. Het werkt echt, hoor.”
Het viel op dat overal op terras en plein gerookt werd. Aan ons tafeltje hielden de rokers hun brandende sigaret onder tafel, in een poging minder overlast te veroorzaken.
Eigenaar Joep kwam ook nog even langs.
“Leuk, die vriend van jou. Een soort kastelein van een bruin café !”
“Daarvoor schenkt hij de glazen te vol”, lachte Kees.
Oeps; we blijven leren. Volgend jaar beter.
De avond viel in Eindhoven. Kees had een hotel geboekt, dus we hoefden niet meteen terug te rijden.
Dat leven is echt goed in het Brabantse land.
Terug wandelend naar het hotel wist ik het zeker:
Volgend jaar weer !
Foto Verantwoording:
- De foto’s die gemaakt zijn op het Wijnfestival Ketelhuis, zijn van Jasper Bloem, en wat maakt die een geweldige kaders
- Het logo van Het Ketelhuis komt van Derde Divisie.
- De foto’s van flessen zijn van De Smaakimporteur.
VOETNOTEN:
(1) zie ook het verhaal Sud-Ouest 6: Le Vin Bleu in de verzameling ‘Spraakwater’ op www.malendevlinders.nl
http://www.malendevlinders.nl/index.php/s-s-s/sud-ouest-6-vin-bleu
(2) https://nl.wikipedia.org/wiki/Vendange_tardive
“Boire du vin, c’est boire du génie !”
Charles Baudelaire