Als getrouwen stonden ze in alle vroegte aan het zink van de hoefijzervormige toog.
Alledrie kaal of hooguit een borstelig grijs, en allen roerden ze in een café con leche.
De een had een snor, de ander een bril, en de laatste verstopte zich ietwat achter gebrom richting de keuken,
waar zijn geroosterde bammen maar niet wilden vlotten.
Naast de man met de snor stond een schoteltje. Erop lagen drie tenen knoflook. Ongepeld.
Wat zouden ze zó vroeg in de ochtend met knoflook willen.
Er werd niet naar omgekeken. Wel werd er van de romige koffie genipt.
Eindelijk kwam dan toch het geroosterd brood, en onmiddellijk ontspon zich een ritueel, dat vast en zeker al
duizend-en-één jaar oud zal zijn.
De drie mannen pakten elk een teen, pelde een gedeelte van de schil, en in gebaren vol poëzie werd het brood bestreken.
Even gracieus, alsof ze Renaissance-schilders waren werd er uit een chromen kan olijfolie over de delicatesse gegoten.
Wat was dát mooi !
En lekker !
Maar hoe bestel je zoiets als je de taal niet machtig bent ?