Wie, net als ik, vermoedde dat de taalvermorsing een typisch Nederlands fenomeen danwel probleem zou zijn, zal verrast bemerken dat het bij onze Oosterburen net zo gesteld is.
Duitsland, zou je denken, is toch groot genoeg en heeft zoveel accenten én dialecten, dat er geen leentjebuur gespeeld zou hoeven worden bij andere talen.
Als ze al zo nodig over de grens willen kijken, is er altijd nog Oostenrijk, met een ronkend en knorrend taaltje dat ook Duits schijnt te zijn. Daar zouden de buren lol genoeg aan moeten kunnen beleven...
Maar niks hoor, ook in Germanië is het verloederende effect van Engelse kretelogiën doorgedrongen.
Laten we een woord nemen dat bij ons al zo is ingeburgerd, dat we zo snel geen Hollandsche vervanger meer paraat hebben: design.
Een Duitse badkuipenverkoper heeft een busje, en daarop heeft hij met grote plakletters zijn nering geboekstaafd.
Het woord sanitair is dusdanig aan slijtage onderhevig, dat het nauwelijks nog onderscheid weet te maken met een loodgieter.
Dus het toverwoord design moet sowieso op de wagen te lezen zijn.
En het ding dat we in de badkamer vinden, heet ook in Duitsland een Bad.
Maar aan wassen denkt men toch niet direct bij het lezen van BAD DESIGN...