(Vormgeving button door: Massimo Randag)

 

De trein rijdt zelden terug, maar we kunnen wel tegen de rijrichting in zitten en bekijken waar we vandaan kwamen. Of zien dat de conducteur er aan komt. Kaartjes knippen is ondenkbaar in de eeuw van technische snufjes; met een frons scant hij elk vervoersbewijs.
 
Hij wordt geacht een gezagsdrager te zijn, maar zijn speelruimte wordt steeds meer beknot. Boven de medemens mag hij niet meer staan, een natuurlijk doch vriendelijk overwicht tussen zijns gelijken wordt in zijn functie verondersteld. Hulpmiddelen tot interactie heeft hij ondertussen steeds minder, of het moet de portofoon zijn, waarmee hij assistentie kan oproepen wanneer het mis mocht gaan.
 
Op een kaartje kon hij voorheen de bestemming van de reiziger zien, waardoor hij een opmerking of kwinkslag kon proberen: “Altijd mooi weer in ...”, “Daar zou ik niet eens over willen stappen.”, “Ik kan aan u zien dat ... een heerlijke plaats is”, “..., ik zou er niet dood gevonden willen worden, maar ik hoor dat het leven er goed is.”, “U heeft nog even te gaan, maar het is vast de moeite waard”.
 
Hij kan niet meer waarschuwen als iemand de verkeerde trein gekozen heeft, want de conducteur, zijn piepende elektronica en me dunkt regelmatig ook de passagier, hebben geen idee waar er uitgestapt gaat worden.
De tijd raast voort, wat voor een trein geen slechte zaak is, maar het maakt het leven van de kaartjesscanner er allesbehalve makkelijker op.