De Fransen hebben hun wijn altijd ver verheven gevonden boven alle gegiste sappen die uit de 'Nieuwe Wereld' komen. Waarschijnlijk hadden ze gelijk, maar helaas gaan ze de geschiedenis in als voorbeeld van blinde arrogantie. Misprijzend haalden ze hun schouders op en weigerden de rest van de wereld als concurrent te zien.
Meer dan de helft van hun marktaandeel ging voor hen verloren...
In de annalen van de mensheid en haar grenzeloze domheid zijn vele van dergelijke pareltjes te vinden, die we dan gelukkig ook meteen weer voor de zwijnen kunnen werpen.
Historicus Barbara Tuchman heeft er met 'De Mars Der Dwaasheid' een fraai boek over geschreven.
Een schimmiger voorbeeld van 'hoogmoed komt voor de val' zouden de monniken kunnen zijn.
Volgens de theorie van Montalembert hebben de kloostergemeenschappen de Westerse samenleving over de val van het Romeinse Rijk en de daaropvolgende Middeleeuwen heen gedragen.
Nu is elke theorie zo goed als de volgende, maar de stelling van deze comte kan al anderhalve eeuw niet weerlegd worden.
Hoe kan het monastische leven een dergelijke verheven plaats in de maatschappij kwijtgeraakt zijn ? Heeft het hautaine Rome werkelijk zoveel stukgemaakt ?
Terwijl de mens meer en meer zoekt naar spirituele begeleiding, die steeds meer uit het Oosten lijkt te moeten komen, raken de kloosters en daarmee onze bakermat van beschaving, in verval.
Als een andere theorie juist is met de stelling dat de Moderne Middeleeuwen in de jongste '80er jaren aangevangen zijn, dan zullen we de Benedictijnen en Jezuïten, Kartuizers, Franciscanen en Maltezers en alle andere kloosterlingen nog dringend nodig gaan hebben.
Niet langer voor de wijnbouw, nee, het is dwingender dan dat; wringender...