"Montréal is de meest Europese stad van dit continent", is Nick zeer stellig, en Josh, Korbett en Phil, jongens uit Vancouver, Ottawa en Toronto knikken ernstig.
Toch is de eerste indruk op en top Noord-Amerikaans. Het stedenplan is breed opgezet, met kaarsrechte straten die doorkruist worden door avenues. Hier is de ruimte, dat is wel duidelijk, al ligt de stad op een eiland.
Losjes vleit Montréal zich in een halve draai tegen haar berg aan. Beneden in de haven, waar alsmaar minder werk is en waar vele prachtige panden uit de jaren 1880-1930 leeg en vervallen moeten hopen dat monumentenzorg genade voor hen zal vinden, en op het eilandje dat verrezen is met behulp van het puin dat vrijkwam bij het graven van de metrotunnels, heeft het toerisme een ijzeren greep op het straatbeeld. Ooit moet het echt mooi geweest zijn, nu is het vooral zaak er zo snel mogelijk weg te komen.
De Gallische invloed op de stad en op de provincie Quebec is onmiskenbaar, en dan niet alleen door de taal, dat een Frans met licht tandengeknars is. Bakkers drukken de gouden woorden "Le Vrai Pain Français" op hun boterhamzakken. Op de pakken koffie van Van Houtte, de beroemdste Nederlander in Canada al doet de naam flink Vlaams aan, staat met grote letters 'DE Smaak van EUROPA in uw kopje'. In het Frans natuurlijk. Goed, smaakvol eten en drinken komt van overzee, dat is de teneur. En, hoe anders dan bij de grote buur, eten is hier niet enkel voedsel tot zich nemen. Men neemt ook de tijd om te genieten van maaltijden.
Haast en herrie ontbreken hier, en om alle Amsterdammers gek van jaloezie te maken: Montréal heeft drie grote luchthavens, maar er vliegen geen tuigen over de stad...
Le Plateau is de vlakte die Down Town Montreal, met haar haven en eilanden, winkels en wolkenkrabbers, toeristenvallen en het Jazz Festival, dat alleen in North Sea haar grotere in de wereld moet erkennen, met haar kenmerkende berg verbindt. Boven op die berg staat een Kruis, dat over de stad waakt zoals in Rio de Janeiro het Heilig Hart over de huizen uitkijkt.
Dit Kruis lijkt van dichtbij op een Eiffeltorentje met stuipen, maar het is natuurlijk gebouwd om van veraf te bezien, vooral 's avonds als duizend-en-één bulbjes het Kruis doen oplichten.
De wandeling vanuit de stad naar de top van de berg is pittig. In 'Jésus de Montréal', een passiespel dat tussen de vele 'Paas'-films een cultstatus heeft bereikt, wordt de klim dan ook vertaald naar de Kruisweg.
In Le Plateau, waar de wat vrijere zielen resideren, of zij die zich zo wensen te voelen, gloriëren gemoedelijkheid en smaak. De wijk wordt vergeleken met het Greenwich Village van New York, waar de sfeer ook bepaald wordt door schilders en schrijvers, cineasten en musici en studenten die er hun appartement, atelier of kamer hebben gevonden. Zij hebben een overvloed aan bistro's en bars aangetrokken, velerlei boekhandeltjes en bakkers, kledingzaken en kruideniers, exotische restaurants, groenteboeren en shops vol prullaria of tweedehands cd's. Vooral aan Avenue Mont-Royal, de ader van de wijk, zijn de leukste winkels gelocaliseerd.
In ontelbare antiquariaten kunnen tevergeefs op herdruk wachtende boeken gevonden worden, in zowel de Franse als de Engelse taal, zoals de memoires met de prachtige titel van cineast Marcel Carné. 'La Vie á Belles Dents'; zó mooi om de tanden in te zetten, dat de misdruk waardoor veertien pagina's ontbreken vergeeflijk is.
Na al het kuieren wordt het tijd om een tafeltje te bemachtigen voor een laat ontbijt of lichte lunch. Dat is minder makkelijk dan het lijkt, want al zijn er gelegenheden zat, toch staan er vaak rijen op straat. Iets wat geheel normaal schijnt te zijn, want iedereen wacht geduldig op de stoep. Het geeft de vreemdeling wel een makkelijk te herkennen indicatie waar het zoal goed toeven is in de stad; voor de betere tafels hoeft er maar in een rij aangesloten te worden.
De keuze valt alweer op 'L'Avenue du Plateau' op diezelfde Avenue Mont-Royal, een echte diner met een prachtig gemêleerd publiek: een grootmoeder neemt haar kleinzoon mee, een zakenman doet zijn boord wat losser, studenten -met vier grote universiteiten is Montréal echt een bruisende jongerenstad- kwebbelen honderduit zonder stemverheffing, de buurman leest zijn krant, stelletjes lurken verlekkerd via rietjes uit één enorme fresh fruitshake-bowl. En de muziek, van Cesara Evoria tot jazz dat gelukkig geen lounge-muzak wordt, past wonderbaarlijk goed.
In L'Avenue wordt uitstekend gegeten, van licht met veel fruit, dat sowieso in flinke hoeveelheden als garnering het bord bereikt, zoet met wafels of taarten, tot stevig met gebakken of gepocheerde eieren met allerlei opsmuk. 's Avonds wisselt de kaart en wordt het een soort steakhouse.
De sausages en bonen zijn al te Brits, maar de Engelse koningin staat dan ook niet voor niets op het Canadese geld; de slakken zijn er kakelvers, de koffie net niet te slap en de mokken worden continu bijgevuld. Gekoeld water staat als vanzelfsprekend op tafel. Het is haast perfect. Vijf verschillende chocoladetaarten glunderen vanuit de vitrine. Ze worden geserveerd met verse aardbeien en een takje munt. Het is te mooi om waar te zijn. Om te bewijzen dat we toch in de New World zijn aangeland, komt de slagroom die de Toblerone-pie begeleidt dan ook uit een spuitbus.
The devil hides in details...