(Vormgeving button door: Massimo Randag)

 

Bartucci 1

Nabij Breda staat een boom op de snelweg. Ingeklemd door vangrails, en zich prettig beschermd wetend door een Heras hekwerkje, groeit hij fier tussen de weghelften in. De eeuwen trotserend staat hij daar natuurlijk al veel langer dan er blikken dingetjes over zijn wortels rollen. Als een baken van Moeder Natuur. Of als een groet aan de reiziger en de vermaning om rustig, voorzichtig te zijn.


"Kijk tot hoe ver kalmte reiken kan", fluistert de boom aan eenieder die op weg is.
Of de boom ruist met zijn kruin de wijsheid dat reizen telkens weer een 'thuis komen' verondersteld.

De boom staat er ook als susser van het geweten, want ja, ook ik rijd wel eens te hard, gebruik soms teveel water, koop wel eens dingen in onzinnige verpakkingen en ben dus mede verantwoordelijk voor het sloperswerk middels uitstoot en stort, verkwisting en onbenul, dump en vergiftiging...


"Goede reis geeft niks doe voorzichtig zie je weer aan de andere kant", zucht de boom in de wind. Hoop ik. Want hij staat daar dan toch maar al die tijd, in die kwalijke dampen, en hemeltjelief mag weten wat er allemaal langs het asfalt de grond in sijpelt. Zíjn grond... Hij staat er blakend bij. Misschien dat het dan toch allemaal wel meevalt...
"Onzin !!", ritselt de boom, en ik trap het gaspedaal in. Schuldbewust, maar diep. "Gekke koeien ! Dioxine-kippen ! Gifgrond !", kraakt het achter me.

 

Veel later, in de Bugey, pal onder Genève maar helemaal Frans, regeert de natuur. Bij Raphaël Bartucci, wijnboer die sneller over de steile hellingen van zijn wijngaarden loopt dan op een rechte en geplaveide straat, heerst de idylle. Hij neemt ons mee naar de top van een heuvel, en het volgende dal ontvouwt zich.

Hij gebaart ons te luisteren, nee, echt goed luisteren, en dan, ja dan horen we het ook: een ruisen. Een branding. Maar er is helemaal geen zee op dit punt van het continent te bekennen !

Bartucci Wijngaard

-"De autoroute", glimlacht hij:"nog één dal verder.."
Eén stap naar achteren en het gerucht is weg. We keren op onze schreden terug.


Bartucci wijst vaag naar verschillende wijngaarden, die van hem blijken te zijn.
-"Maar eerst krijgen jullie het totaalgezicht te zien. Vanaf de top van die berg daar. Er zit nog een mooi verhaal aan vast. Stap in."

In de auto legt hij nog eens uit hoe bijzonder de wijn is die hier gemaakt wordt, door hem, door een handvol van zijn buren, maar vooral door de natuur.
-"Gist, dat is een legertje schrokoppen die alle suiker opvreet tot er niets meer over is. Zoals jullie wel weten is de uitkomst van dit banket alcohol. Dat gebeurt overal zo, een natuurwet. Behalve hier. Hier houden de gisten zo maar, spontaan, op met eten. Niemand weet of begrijpt waarom. Zo krijgen we de 'Bugey Cerdon', een zoete wijn omdat niet alle suikers opgegeten zijn, een lichte wijn omdat er dus ook niet zoveel alcohol is omgezet, tussen de zes en acht procent, en het bubbelt want er zijn nog gisten in de fles aanwezig die niet meer eten maar wel dansen."
"Volstrekt logisch na een banket."


De oude auto zwoegt zich door een bos naar de top van de berg, waar we uitstappen.
-"Nou, dat moet je niet zeggen. Normaliter krijgen die gistresten in de fles weer aardig trek en dan heb je een potentiële bom, want er komen nogal wat krachten vrij om van suiker alcohol te maken. Krachten die door de kurk op de fles geen kant op kunnen.

...Kijk eens, wat een uitzicht ! Dit is de plek van de Cerdon. Met dezelfde druiven, met dezelfde bodemgesteldheid maar in een ander dal, eten de gisten gewoon door en krijg je een stille, droge wijn van zo'n 12%....

 

Er zijn ontelbare gist-varianten. Hoe schoner de wijngaard is, hoe meer varianten er rond en op de druiven leven. En des te meer terroir krijgen we, want het is een misvatting dat terroir, het karakter van het gebied dat aan de wijn wordt meegegeven, enkel via de wortels uit de grond zou komen. Gisten spelen daarin ook een niet te onderschatten rol. Al die oude wijngaarden in de Beaujolais die toch allemaal dezelfde vlakke, naar perensnoepjes geurende wijn leveren .... Waarom ? Omdat ze de boel platspuiten met herbiciden, pesticiden, weet ik veel wat ze allemaal niet in de natuur durven te stoppen ! En ja, dan kunnen die wortels van de wijnstokken kilometers lang zijn -ik overdrijf een beetje-, de gisten komen uit de fabriek en dát is de schuldige voor al die nietszeggende wijnen. Eenduidig. Nietszeggend. Nep.

Maar, zoals ik al zei: er zit een verhaal aan deze berg. Zien jullie dat gebouw daar, rechts in het dal onder ons ? Daar woonde Marie-Louise, dochter van de herbergier.


Joseph, een boerenzoon, werkte met zijn ouders op hun velden aan de andere zijde van de berg. Natuurlijk werden ze verliefd, ontzettend verliefd, op één van die weinige feesten die ze toentertijd gezamenlijk konden vieren.
Nu waren de families, net als iedereen in deze buurt, niet welgesteld. Marie-Louise en Joseph waren onmisbaar in de familie-aangelegenheden. En de Kracht van de familie hè, tja, die telde toen.
Dus Marie-Louise bleef aan deze kant sloven in de herberg en aan de andere kant bleef de smachtende Joseph op het land van zijn vader werken. En die berg stond tussen hen in. De Kracht van de Natuur. En ja, wij rijden even snel naar boven, maar Joseph moest natuurlijk lopen. Een tocht van drie uur. En dan moest hij ook nog terug op dezelfde dag, want het werk wachtte niet. Zes uur lopen over een berg nadat je al zo'n twaalf uur of meer gewerkt hebt, dat kan natuurlijk niet.
Maar drie uur, dat lukte Joseph wel. Dus elke dag, na het werk, klom hij naar de top, en ging hier, op deze platte steen die wat uitsteekt, staan en tuurde naar beneden. Op het afgesproken tijdstip kwam Marie-Louise even naar buiten, en dan zwaaiden ze naar elkaar. Elke dag weer. Hij hier, zij daar beneden.
Dat hebben ze twintig jaar volgehouden. Geweldig hè."

 

We zijn stil. Heel stil. Het is een sprookje.
"Maar... Hoe lang geleden is dat allemaal wel niet ?"
-"A-ha ! Joseph leeft dáár, gepensioneerd, in de herberg ! Die hij zo nu en dan nog steeds opent voor gasten. Helaas is Marie-Louise na drie jaar huwelijk overleden."


In stilte blikken we nogmaals naar beneden. En voelen de kracht van de natuur.