Onlangs werd me tijdens een hartverwarmend diner naar mijn grootste blunder gevraagd. De keuze bleek overweldigend, maar het feit dat ik Jean-Louis Bersan, wijnboer in de Bourgogne en een bijzonder aardig mens, kwaad heb kunnen krijgen moet hoog op de lijst staan.
Sinds jaar en dag maakt Jean-Louis Bersan naast heel veel andere Bourgognes een klassieke en dus karakteristieke Aligoté. Een beendroge witte wijn, dé begeleider van een zoute haring of hapjes die best stevig mogen uitvallen, want zelfs voor stoere charcuterie is een ware Aligoté niet bang. En kom ook maar op met die van hitte pruttelende slakken in olie, peterselie en knoflook !
Natuurlijk zijn er veel Aligoté's die slap en mager zijn. Helaas geldt dat voor alle wijnen: de (al dan niet beroemde) appellation of soortnaam vertelt ons niets omdat er altijd meer kaf dan koren te vinden is. Regelmatig vinden we zelfs 'het beste' van een gebied er net buiten, met als saillant voorbeeld de Champagne, waar men voor het gros maar wat aanrommelt omdat wij, wereldburgers, de bellensoep toch wel kopen. Op een schrijnende vier kilometer van de grens van die Champagnestreek maken broer en zus Brigand heerlijk bubbeltjeswater, dat echter geen Champagne mag heten en dus bijna onvindbaar verzuipt in de 'verzamelnaam' Cremant de Bourgogne. Iets wat Bersan, niet eens zo'n heel verre buur, trouwens ook maakt.
De druif Aligoté heeft geen last van dergelijke grenzen, maar wel van vooroordelen. Hij is immens populair op de Balkan en in de wijnproducerende staten van de voormalige Soviet Unie. Het is een druif die ook in een heet klimaat zijn zuren niet verliest, en dat is waarschijnlijk de reden.
In de Bourgogne echter hebben de kenners en het INAO besloten dat Aligoté pas echt lekker is als de wijn uit Bouzeron komt. Klinkklare nonsense, maar helaas is het 't enige plaatsje dat haar naam op het etiket mag zetten in combinatie met deze druivensoort. Overal elders mag er enkel AOC Bourgogne Aligoté op staan, en wordt het geacht eigenlijk alleen goed genoeg te zijn om voor Kir te dienen. Wat ook al onzin is. Wijn die door de mierzoete Crème de Cassis gemengd wordt, zou naamloos door het leven moeten gaan.
In de Côte d'Or, het beroemde hart van de Bourgogne, is heel veel Aligoté gerooid om plaats te maken voor Chardonnay, het modewoord per uitstek dat verkoopcijfers omhoog laat schieten. Het is jammer, maar het is niet de eerste druif die tegen winstbejag moet opboksen. De Melon de Bourgogne, voorouder van de Muscadet-druif, was ook al haast verdwenen ten faveure van Chardonnay en Pinot Noir, maar is met een schuchtere rentree bezig.
Gelukkig maar, want het kan niet vaak genoeg gezegd worden: het is niet voor niets dat een druif honderden jaren lang juist op een bepaalde plek is aangepland ! Elke wijngaard heeft zijn eigenschappen die precies bij deze of gene druivensoort passen. Daar zouden mode en reclameverschijnselen geen invloed op mogen hebben. Maar dat is een utopische gedachte...
Eens heb ik in de Bourgogne een hele nacht met open mond naar een wijnboer mogen luisteren, die honderduit vertelde aan zijn keukentafel. Waarop, voor de volledigheid, een handvol prachtige flessen stonden, die een voor een ontkurkt werden.
Ook deze wijnboer maakte Aligoté, maar, zo glimlachte hij samenzweerderig, hij had een trucje. Bij het overpompen van het ene vat naar het andere, om de jonge wijn het broodnodige contact met zuurstof te geven, (want opgroeien kan nimmer zonder invloeden van buitenaf) liet hij de Aligoté in een vat lopen waar de lie van een Chardonnay-wijn nog in zat. De lie zijn de vaste bestanddelen van een druif, de schillen en het vruchtvlees en de pitten, die naar de bodem zakken. Die zitten boordevol karakter, maar in dit geval wel van de verkeerde druif !
De Aligoté van deze wijnboer is echt verrukkelijk, maar heeft niets met Aligoté te maken !
Wat maakt dat nu uit als de wijn lekker is, hoor ik maar al te vaak als tegenwerping. Misschien niets, maar ik zou het toch niet leuk vinden om mijn hele leven heerlijke kersen te hebben gegeten, om dan te moeten ondervinden dat het eigenlijk frambozen zijn geweest.
Jean-Louis Bersan was het geheel met me eens. Jammer genoeg vertelde ik hem mijn ervaring tijdens een prettige proeverij die Wijnkoperij Otterman in eigen huis organiseerde, en stonden er ongeveer honderd proevers en genodigden om ons heen.
-"Há ! Natuurlijk ! De mooie heren uit de Côte d'Or weer. Die mogen alles, lappen overal hun laars aan. Bah, het oversteken van een wijn op de lie van een andere is verboden ! Altijd al geweest ook. De hele wereld weet dat de mooie heren in de Côte d'Or het doen, maar wordt er wat tegen gedaan ?! Bah. Aligoté meneer, is Aligoté. Geen met Chardonnay of houtlagering aangekleed slobbertje ! Hier ! Dit, dit is Aligoté !"
Hij duwde me een fles die op tafel stond in handen en beende weg.
De hoofdsteden der Bourgogne en haar wereldvermaarde appellations zijn duidelijk een andere wereld dan de streken waar ook heerlijke Bourgogne vandaan komt, maar met minder ronkende namen. Dat had ik nu geleerd en zou ik ook nimmer meer vergeten. Daar zorgden die honderd prikkende blikken wel voor...
Wat een geluk dat ik geen namen genoemd had !
Ik overdacht mijn zonden en voelde een arm om mijn schouder. Het was Jean-Louis alweer, die me toeknikte met ogen vol vaderlijke warmte en een leeg glas presenteerde. Opgelucht schonk ik hem zijn eigen Aligoté in.