'De Herfst- en Wintercollectie is gearriveerd', schreeuwt een banderol in de etalage van wijnwinkel 'Nicolas', op de rue D'Alsace Lorraine te Toulouse. Alsof het om confectie-mode zou gaan !
De winkel blijkt dan ook een schakel van een keten te zijn waarin de nering inderdaad confectie is en net zo goed kleding, of graszaad of cola had kunnen zijn.
Moedeloos na alweer een sof ga ik richting hotel. Zullen we er dan echt op uit moeten trekken omdat een prettig glas wijn niet te vinden is in deze stad ?
Tegenover het hotel bevindt zich een andere wijnwinkel, dat in protserige, gouden letters 'Atrium' op de pui te lezen geeft. Laten we het hier dan maar eens proberen.
Volgens een 'aanbieding' hebben ze een wijn die volledig van de druif Malbec is gemaakt. En dat kan zo lekker zijn.
Dan hebben we het niet over de ronde, makkelijke, veel te lieve en vaak zelfs wat zoete Argentijnse wijn met dezelfde naam, maar over de stoere broeder vol natgeregend bos en kreupelhout, die ontegenzeggelijk gemaakt is van de druif die in de Loire de naam Cot heeft gekregen. Alweer wat vrolijker maar nog steeds voorzichtig, per slot gaat er ook minimaal vijftig procent Malbec dan wel Cot in Cahors wijnen en dat heeft vooralsnog geen geluk mogen voortbrengen, stap ik naar binnen.
-"Opmerkelijk meneer."
"Wat ?"
-"Dat u en uw vrienden niet van houthoudende wijnen houden. Uit ervaring weet ik dat noorderlingen, eh, mensen van het noorden van Europa ... Duitsers, Hollanders, juist de houterige wijnen willen. Hoe meer gemarkeerd hoe beter."
"Bedoelt u niet de Engelsen, eh, Angelsaksen ? We spreken toch niet voor niets van 'la maladie anglaise' ?"
-"Nou ja, eigenlijk bedoel ik iedereen die ten noorden van France woont..."
De dikke meneer van de wijnwinkel heeft het net zo warm als ik, en er blijken meer overeenkomsten. Hij heeft het ook niet op vanillesoep, wijnen die dusdanig veel (nieuw) hout bij de opvoeding hebben meegekregen, dat geur en smaak van toast, eiken en/of vanille het eigenlijke fruit maskeren of zelfs teniet doen.
-"Er is een kentering op komst hoor. Natuurlijk nog niet in de Bordelais, dat duurt daar allemaal wat langer, en daar wordt status gemeten aan dure maatkostuums en de hoeveelheid nieuwe tonnen in de kelder.
Maar de Bergerac is al overstag, en in Cahors zien we meer en meer wijnen die de klemtoon op fruit leggen. Rode wijnen die ook fris gedronken kunnen worden."
"Wat geen kwaad kan bij dergelijke temperaturen. Bergerac vind ik wat vlakke wijnen; die hebben me te weinig te vertellen. Maar zo'n a-typische Cahors.... Kan ik wat flessen meenemen voor mijn kameraden van de proefclub ?"
-"Dan zou ik deze nemen. 'Le Gouleyant'. Deze cuve ernaast is ook leuk, maar om te beginnen..."
"Doet u ze allebei maar. Proeven is proeven.. Is dat weer veel Malbec, zo'n 10% Merlot voor de rondeur, en een scheut Tannat voor kracht ?"
De man knikt bevestigend, en lijkt zich meer en meer te verbazen over deze barbaar uit winterse contreien.
"Dat vind ik mooi, zo'n 5 à 6% Tannat. Dat mensen een wijn met vijftig, zestig procent van die druif durven brouwen is voor mij onbegrijpelijk."
-"Ach, de Madiran", zucht de winkelier:"veel te hard, veel te sterk. Ik heb een aantal flessen Montus, de beroemdste Madiran, in de kelder liggen, maar die tien jaar later zijn nog steeds niet te drinken. Tien jaar later !"
"Wij, daarginds in het 'noorden', hangen de filosofie aan dat een wijn subiet lekker is, dus ook op prille leeftijd, of nooit lekker zal worden."
-"... Wat echt niet lekker is, zal na jaren van bewaren geen positieve verrassing brengen... nee, dat ben ik met u eens."
"Oh ja, nog een vraagje uit nieuwsgierigheid: heeft u Marcillac ?"
-"... Jazeker wel."
"En van wie als ik vragen mag ?"
-"Van de Cave Coopérative. Dat is een kwestie van volume. We hebben zeven winkels en willen overal hetzelfde aan kunnen bieden. Eigen producteurs kunnen waarschijnlijk een iets betere kwaliteit leveren, maar de coopérative is assez correcte. Dacht u aan iets speciaals ?"
"Nou ja, ik ben dol op 'Lo Sang del Pais' van Philippe Teulier...", mompel ik maar mijn gedachten zijn bij die woordjes assez correct. Eigenlijk betekent dat niets, of het moet een vrijbrief voor middelmatigheid zijn; zoals 'politiek correct' dat is, en 'goed genoeg'.
-"Ah ! Ja... Ja. Uitstekende wijn..."
De dikke meneer krijgt een wat verlegen uitdrukking op het gezicht. Na een gesprek waar kwaliteitsverbetering de leidraad was, is het wat gênant om te moeten vertellen dat de eigen zaak genoegen neemt met mindere waar. Hij zit er een beetje mee. Ik moet denken aan de fabel van la Fontaine die Pierre Bénetière eens aanhaalde, weliswaar voor een ander thema, maar ook in dit geval doet het wonderwel opgang:
'Eens zag een kikvorsch in de weî
Een welgedanen paasosch grazen.
't Afgunstig kikkertjen, niet grooter dan een ei,
Begint in eens zich op te blazen,
En rekt en zwoegt en doet zich pijn
Om even groot als de os te zijn.
....
Onze arme kikker perst en perst,
Zoo lang, eilacij ! tot hij berst.'
(vertaling van Jan Jacob Lodewijk ten Kate)
"Ach ja, dat zou ik haast vergeten: u had een aanbieding met een mono-cépage Malbec."
-"Jazeker", zegt de man met een diepe zucht, blij met de afleiding:"natuurlijk geen hoogvlieger, maar een prettige wijn, gouleyant; kan licht gekoeld gedronken worden."
"Een rode doch licht gekoelde wijn; die gouleyant is. Ik heb reuze trek in iets dat ik met grote slokken kan drinken !"
Hoopvol gestemd reken ik af en verlaat de winkel.
tekening van Nico Den Dulk©